14 oktober 2024 
 
 OCT 08, 2024                                                                                                  Ik heb eigenlijk niet zo heel veel zin meer, om het weer over mijn werk op de                                                                               Hartbewaking te hebben. Maar ik doe het toch. De Hartbewaking/Eerste Harthulp                                                                               ook wel de CCU genoemd, is de plek waar ik ruim 20 jaar met veel plezier heb                                                                               gewerkt als gespecialiseerde verpleegkundige. Ik ben er al twee jaar weg met                                                                               gewetensbezwaren. Maar nog steeds als ik mensen spreek over de afgelopen jaren,                                                                               de pandemie jaren, valt het mij op dat ze een heel ander beeld hebben, van hoe het                                                                               er aan toe ging bij mij in het ziekenhuis. Op mijn werk. Of het nou gaat over de                                                                               Hartbewaking of andere afdelingen, het lijkt of de beelden van drukke IC’s, de rijen                                                                               met wachtende ambulances, de lijkverbrandingen aan de oevers van de Ganges en                                                                               natuurlijk de beelden van de dansende zorgmedewerkers met mondkappen en                                                                  spatmaskers de enige referentiekaders zijn.                                                                                                  Mijn verhaal is anders en toch werkte ik gedurende de pandemie in een groot                                                                               vooraanstaand ziekenhuis. Dus ik probeer te nuanceren. Bij mij op de afdeling werd                                                                               werd overigens flink mee gedanst. Veel oud collega’s zijn het inmiddels wel met me                                                                                                                                                                                                           eens dat veel maatregelen totaal onzinnig waren, geen alcohol na acht uur ‘s avonds,                                                                               oudjes eenzaam opsluiten en alleen laten sterven, mond/neusmasker op als je staat                                                                               maar niet als je zit. Maskers op bij benauwde patiënten. En zo kan ik nog wel even                                                                               door gaan. “Ja maar er was nogal wat aan de hand.” Dat hoor ik vaak. Met de kennis                                                                  van nu, met de kennis van toen. En we geloven de wetenschap…                                                                   “Kars, druk hé, bij jou, wat ik nou weer lees in de krant. Ambulances kunnen                                                                               patiënten niet kwijt. Gaat het met je? Doe je een beetje voorzichtig?” Ik zei dan:                                                                  “Kom anders even langs. Kopje koffie doen, kan je zelf is een kijkje komen neme                                                                   n en                                                                               lopen we even langs de IC, praatje maken bij mij op de Hartbewaking, het is hier                                                                               hartstikke rustig.” “Maar de IC dan? ik lees dat die tjokvol is bij jullie.” “Hmm effe                                                                               kijken momentje…” En dan gaf ik een live overzicht uit het ziekenhuis van het aantal                                                                               ‘besmettingen’ (positieve PCR test) en van de ‘verdachten’ (In afwachting van een                                                                               PCR uitslag). Dan las ik de aantallen op, uiteraard zonder namen te noemen. Maar                                                                               wel de aantallen. “Ja maar dat is dan misschien net in jouw ziekenhuis”, kreeg ik dan                                                                               steevast als antwoord. Dat heb ik zo vaak gehoord. Men accepteerde mijn antwoord                                                                               simpelweg niet. Ook niet als ik zei: “Nou mijn ziekenhuis is een van de grotere                                                                               topklinische, niet academische ziekenhuizen van het land, verdeeld over twee                                                                               locaties, dus op zich een prima weergave van de realiteit lijkt me.” Maar het echte                                                                               beeld dat ik schetste klopte nooit met de perceptie. De journaals, de kranten met de                                                                               cijfers van besmettingen. De nare beelden uit andere landen. En de virologen, de                                                                               politici en de artsen iedere avond op tv, in talkshows. Er was sprake van een                                                                               behoorlijke discrepantie tussen informatie uit de media en de realiteit van het                                                                               ziekenhuis, mijn werkplek. Ik belde soms ‘s avonds, na een dagdienst gewerkt te                                                                               hebben, naar de Hartbewaking en naar de IC. “Is het opeens volgelopen vanmiddag?                                                                               Ik zag weer nieuwe getallen op tv. Toch effe checken.” “Nee joh, prima te doen.”                                                                               kreeg ik dan te horen. “Kunnen jullie het aan op de IC?” “Ja hoor, we hebben extra                                                                               capaciteit gecreëerd.” De IC op onze locatie was niet zo druk omdat in het begin de                                                                               corona patiënten werden geconcentreerd op één plek. De andere locatie. Het was                                                                               daar druk maar ik ben niet opgeroepen. Ik had me in februari 2020 al opgegeven                                                                               om te helpen. Het hoefde niet. Er was genoeg hulp. En dit zal wellicht worden                                                                               ontkend door veel verpleegkundigen en artsen. Maar ik voel de behoefte niet meer                                                                               om te overtuigen. Ik ontken ook helemaal niet dat het heftig is geweest op de IC. Ik                                                                               heb destijds veel gedeeld met een groep vrienden. Ik was voor hun de actuele blik                                                                               op de zorg tijdens de eerste maanden van de pandemie, maar ook in de de jaren                                                                               erna. Omdat zij ook al snel in de gaten hadden dat je het van tv en kranten niet meer                                                                               hoeft te hebben als het gaat om eerlijke informatie. Dus vonden ze het prettig om                                                                               ook verslag van iemand te krijgen die een genuanceerder beeld schetste, vanuit het                                                                               ziekenhuis zelf. Zo liep ik dagelijks alle afdelingen langs om zelf te kijken. Om te                                                                               checken of ik misschien zelf gek aan het worden was. Want ik zag die drukte niet. Ik                                                                               zag geen pandemie, niet op straat, niet op het strand, niet in de stad, maar zelfs niet                                                                               in het ziekenhuis waar ik werkte. Ik zag een grote tent staan op het parkeerterrein,                                                                               maar ook die bleef leeg. En als alles wordt geconcentreerd op één plek… Dan wordt                                                                  het vanzelf minder druk op andere. En andersom.                                                      VERZORGINGSHUIS                                                                                                  Mijn eigen moeder zat tijdens die lockdowns opgesloten in een verzorgingshuis.                                                                               Maanden lang. Ze was beginnend dementerend, angstig, ze had al twee keer een                                                                               delier achter de kiezen t.g.v. een blaasontsteking en t.g.v. decubitus wonden en                                                                               dehydratie (uitdroging). Ze woonde in een kleinschalige woongemeenschap. Niet                                                                               goedkoop trouwens. Ze was gewend aan mijn bezoekjes een paar keer per week en                                                                               aan bezoek van mijn zussen. Maar voor haar eigen veiligheid en die van de van de                                                                               andere bewoners, van het personeel en voor mijn veiligheid (familie), is haar dat                                                                               bezoek ontzegd. Ik mocht mijn moeder maanden lang niet meer zien. En de ramen                                                                               bleven dicht… Daar heb ik eindeloos over gebeld, gemaild, of die ramen in                                                                               hemelsnaam open mochten. Ja in de zomer gingen ze weer is open. Dat weghouden                                                                               van bezoek, de eenzaamheid, daar is ze helemaal stapelgek van geworden. Ze                                                                               snapte het niet. Eenzame opsluiting noem ik het. Ben je 87. Krijg je dat. Ook die                                                                               mondkappen begreep ze niet. En blij dat ze daar waren dat ze Corona buiten de                                                                  deur hadden weten te houden.                                                                                                  Ik weet nog goed dat het begin juni 2020 was. Schitterende vroege zomerdag. De                                                                               directrice dreigde mijn moeder weer op te sluiten, omdat ik het gewaagd had om                                                                  een stukje met mijn moeder te wandelen achter haar rolstoel, met mondkap. W                                                                   ant                                                                               daar waren ze streng op. Anderhalve meter en mondkap waren nog steeds heilig.                                                                               Ook in de zomer. Het leek wel een film. De eerste dag na maanden opsluiting. Alles                                                                               ging langzaam weer open. Mijn moeder was zo blij als een kind toen ze me zag. Ik                                                                               zag een traantje toen ik haar weer meenam naar buiten. Stukje wandelen. Even van                                                                               het terrein af. Buiten in de zon, briesje. Bewapend met mondkap en gestrekte armen                                                                               achter die rolstoel, verliet ik samen met mijn moeder het pand. Ik dacht aan de silly                                                                               walk van John Cleese achter die rolstoel, had gekund. Maar ik redde die anderhalve                                                                               meter afstand nét niet. Maar tjonge wat deed ik m’n best voor de zorg en voor de                                                                               ouderen. Maar na die wandeling met mijn moeder kreeg ik dus een standje. En                                                                               kwamen er opeens dreigementen, dat mij de toegang ontzegd zou worden, omdat ik                                                                               de mensen in gevaar zou brengen met mijn onverantwoordelijke gedrag. En dat zou                                                                               inhouden, moeders een dikke week in isolatie op haar kamer en weer testen. En ik                                                                               zou er niet meer in mogen als ik dit nog eens zou doen. Ik heb daarop gereageerd en                                                                               gezegd dat ik er klaar mee was. Met de richtlijnen van RIVM, OMT, ACTIS, en GGD in                                                                               de hand. Ik had alles uitgeprint en ik had al die instanties gebeld. Ik was goed                                                                               voorbereid. Wandelen achter een rolstoel was toegestaan. Maar nee hoor… niks                                                                  mee te maken.                                                                   Dit zijn in mijn ogen gewoon hele nare machtsspelletjes. En misschien komt het                                                                               daadwerkelijk voort uit onnozelheid en incompetentie, vanwege de angst voor een                                                                               virus. Noem het cognitieve dissonantie, ik hoop het. Maar ik geloof dat er ook een                                                                               soort genoegdoening zit bij sommige mensen op bepaalde posities. Die lijken ervan                                                                               te genieten. Zo van; nu is het mijn beurt. Ik zei uiteindelijk tegen de verpleeghuis                                                                               directrice: “Je wint, want mijn weerloze moeder is de dupe. Ik zal het terrein niet                                                                               meer verlaten. Je dwingt mij, om met dit weer, in de zomer, mijn moeder niet mee te                                                                  nemen voor een wandelingetje.” Zorginstellingen trokken hun eigen pl                                                                   an. Met                                                                  bezoekregelingen. Best makkelijk. Lekker rustig. Geen pottenkijkers, alarmen n                                                                   iet                                                                               om de nek van de bewoners. Volle luiers. Ziekenhuizen deden dat ook. Geen                                                                               agressief bezoek. Gewoon een beveiliger voor iedere afdeling. Dat gebeurde overal.                                                                               Niet alleen bij ons in het ziekenhuis of waar mijn moeder woonde. Dat was voor                                                                  onze veiligheid.                                                                                                  Een paar maanden en een paar lockdowns verder. Voorjaar 2021… Het was vlak na                                                                               het uitrollen van de vaccinaties. Bijna iedereen in het verzorgingshuis kreeg opeens                                                                               corona, ook personeel en de één na de andere bewoner overleed. Zo ook mijn                                                                               moeder. Ze kon opeens niet meer slikken. De jonge huisarts van dienst wilde                                                                               sowieso een PCR test doen. Voor de zekerheid. Ik stuurde zelf aan op een aspiratie                                                                               pneumonie. Vrij vertaald een verslikkings longontsteking. En daar was de dokter                                                                               het helemaal mee eens. Mijn moeder had zich wel degelijk verslikt enkele dagen                                                                               eerder. En zo hoopte ik die PCR gedachte een beetje van haar weg te leiden. Dat leek                                                                  even te lukken. Heel even. Mijn moeder had geen koorts, geen griepverschijnsele                                                                   n,                                                                               ze hoestte niet, geen diarree, dus ik zag de noodzaak van de PCR test niet. De jonge                                                                               dokter met mondmasker, spatmasker, plastic cape en muts wilde per se testen. En                                                                               goed ook! Dus daar ging ze. Hoppaa diep diep de neus in. Ik wilde dat niet want ik                                                                               zag de bui al hangen. Want als die test positief zou zijn gooien ze de tent weer dicht.                                                                               Zeker bij mij. Ik was namelijk geen fan van de nieuwe prikjes. Dus dubbel gevaarlijk.                                                                               Want ook de zomer ervoor had ik het lef gehad om met mondkap achter de rolstoel                                                                               naar buiten te lopen. Lang verhaal kort, de boel moest op slot want de test was                                                                               positief. Dat betekende één bezoeker per dag, in een “maanpak”. Maar het ging                                                                               slecht met mijn moeder en de kans dat ze dit niet zou overleven was aanzienlijk. Ik                                                                               heb toen tegen mijn zussen gezegd, doen jullie maar wat jullie willen, ik doe hier                                                                               niet meer aan mee. Ik zet helemaal niks op mijn neus en mond. Mijn moeder gaat                                                                               sterven en wij gaan geen stoelendans doen wie daar bij mag zijn. Ik ga ernaast                                                                               zitten, ze mag mijn gezicht zien, mijn handen vasthouden en geen handschoenen                                                                  voelen. Ze bellen de politie maar. Suit yourself, maar ik ga niet weg.                                                      UITVAART                                                                                                  Gelukkig knepen de uitvaartondernemers tien dagen later een oogje toe en mochten                                                                               we met vijf of zes i.p.v. tien mensen afscheid nemen. Of tien i.p.v. twintig. Geen idee.                                                                               Ik heb het verdrongen. De getallen veranderde steeds. In de horeca, in de zorg, op                                                                  scholen en op uitvaart.                                                                                     Gaslighten tot kunstvorm verheven.                                                                                     HARTBEWAKING                                                                                                  Bij ons op de Hartbewaking was het tijdens die eerste corona griepgolf in 2020                                                                               doodstil. En erna, in de zomer, vrijwel uitgestorven. Ik heb zitten gamen. Super                                                                               Mario, dikke pret. Wachtend op patiënten die niet kwamen. Op diezelfde                                                                               Hartbewaking zag ik in het najaar van 2020 wel de eerste zichtbare gevolgen van de                                                                               uitgestelde zorg en van de angst die mensen had doen besluiten geen ambulance te                                                                               bellen. We kregen presentaties van cardiaal blanco patiënten (dus zonder cardiale                                                                               voorgeschiedenis), die met een ambulance binnenkwamen met pijn op de borst. Ik                                                                               maakte dan een ecg (hartfilmpje) en zag een oud hartinfarct. Dit zijn dus patiënten                                                                               die vertelden dat ze in de winter en het voorjaar van 2020 klachten hadden, (dus                                                                               zo’n acht maanden eerder) en die eigenlijk 112 hadden moeten bellen, maar dat                                                                               niet deden omdat ze de zorg niet wilden belasten en omdat ze bang waren om in het                                                                               ziekenhuis te belanden. Ze kenden de heftige beelden van de tv. ‘Time is muscle’                                                                               zegt men wel is binnen de cardiologie. Dus hoe sneller je een hartinfarct behandelt,                                                                               hoe beter de prognose voor de patiënt. Acht maanden is dan best lang. Ik zei in het                                                                               begin van die lockdowns en tijdens het afschalen van zorg al tegen mijn collega’s:                                                                               “Moet je is opletten hoeveel hartfalers we gaan krijgen over een paar jaar.” En dan                                                                  zaten we nog maar in het jaar 2020. 2021 moest nog beginnen…                                                                   Machtsspelletjes deed ik niet aan mee. De Hartbewaking was een tijdje de plek waar                                                                               ziekenhuis personeel zich kon laten testen. Ik liet het personeel hun eigen PCR test                                                                               doen. Ze dachten dan eerst dat ik een grap maakte. “Niet te diep in mijn neus hè?”                                                                               Dan zei ik: “Nee hoor, doe het maar zelf, dat is beter en het wordt toch niet                                                                               positiever of negatiever als ik die staaf in je neus steek”. Bovendien wist ik hoe naar                                                                               iedereen die PCR test vond. Dus dat vonden ze helemaal te gek. En ze deden ook nog                                                                               eens goed hun best om de test goed te doen. Ik liet bezoek altijd toe in het                                                                               ziekenhuis, stiekem, bij hun zieke of stervende familie of dierbaren, maar ik mocht                                                                  mijn eigen moeder niet zien. Ik trok dat heel slecht.                                                                                                  De CCU was een plek waar ik ooit met veel plezier werkte. Acute situaties,                                                                               reanimaties, hartinfarcten, kortom, een baan waarbij je getraind bent om je hoofd                                                                               koel te houden in stressvolle situaties. Ik ben er goed in. Ik heb het nog twee jaar                                                                               weten vol te houden in de veronderstelling dat ik het wel kon veranderen. Van                                                                               binnenuit. Dat ik mensen wakker kon schudden. Maar dat ging niet. Ik kon mezelf                                                                               uiteindelijk niet meer eerlijk in de spiegel aankijken als ik hiermee door zou gaan.                                                                               Dat klinkt misschien heftig, maar zo voelde ik het tot in het diepst van mijn wezen.                                                                               En dat is een beslissing die je niet makkelijk neemt. Na bijna dertig jaar in de zorg,                                                                               waarvan ruim twintig jaar op een Hartbewaking. Stoppen met gewetensbezwaren.                                                                  Overspannen. Teleurgesteld. Gedesillusioneerd.                                                                                                  Bij mij zijn vanaf maart 2020 zoveel alarmbellen gaan rinkelen dat ik op een                                                                  gegeven moment dacht dat ik van mijn tinnitus was genezen.                                                                                                  Vanaf het voorjaar van 2021, enkele weken nadat de vaccinatierondes waren                                                                               gestart, toevallig ook vlak na het overlijden van mijn moeder, viel het mij op dat er                                                                               opeens veel meer jonge patiënten werden gepresenteerd met                                                                               hartspierontstekingen, met name myocarditis en endocarditis. Ik vroeg het vaak                                                                               aan de echolaboranten. “Is het weer zover? Zien jullie nou meer patiënten met                                                                               myocarditis en endocarditis?” “Jazeker, nou en of we dat zien. Het lijkt wel een                                                                               tsunami” was dan het antwoord. Ik zag tijdens mijn werk op de Hartbewaking de                                                                               afgelopen 20 jaar (vóór 2021) wel met enige regelmaat jonge patiënten met een                                                                               pericarditis. Dat is wat anders. Dat is een ontsteking van het hartzakje. Vaak jonge                                                                               mannen, na een griep. Meestal verloopt een pericarditis zonder complicaties. De                                                                               meeste patiënten met een ontstoken hartzakje, dus met pericarditis, gaan vaak                                                                               dezelfde dag of volgende dag weer naar huis en krijgen bloedverdunnende- en                                                                               ontstekingsremmende medicatie voorgeschreven. Het is een beeld dat ik de                                                                               afgelopen twintig jaar, gedurende mijn werk op de Hartbewaking best vaak heb                                                                               gezien bij jonge twintigers en dertigers. Maar myocarditis en endocarditis? Opeens                                                                               veel vaker? Bij myocarditis is het de hartspier die ontstoken is en dat kan net als bij                                                                               een hartinfarct ernstige gevolgen hebben voor de patiënt. Er kan dan schade                                                                               ontstaan aan de hartspier. En dat kan weer leiden tot ritmestoornissen, schade aan                                                                               de geleidingszenuwen in het hart, maar ook tot verminderde pompkracht en zelfs                                                                               tot overlijden. Hetzelfde geldt voor endocarditis. Dat is de binnenzijde van het hart,                                                                               de hartholte. In geval van een ontsteking kan dat tot complicaties leiden. Afhankelijk                                                                               van de oorzaak. Maar zeker als de kleppen in het hart daardoor ook zijn aangedaan.                                                                               Er zijn meerdere soorten peri/myo/endocarditis. Die ga ik hier niet allemaal                                                                               benoemen. Ook niet de oorzaken. Ik benoem nu alleen het feit dat ik als                                                                               verpleegkundige op een hartbewaking, vóór 2021 wel met enige regelmaat                                                                               pericarditis zag, maar myocarditis en endocarditis niet. Dit is overigens geen                                                                  mening. Maar een constatering. Dat kan je gewoon meten. Bijhouden.                                                                   Ik zag op de Hartbewaking ook andere, bizarre klachten, die ik normaal gesproken                                                                               nooit op een Eerste Harthulp of Hartbewaking zag. Blaren over het hele lichaam, het                                                                               leken soms wel brandwonden, of grote hematomen onder voeten en in knieholten,                                                                               of aan de binnenkant van handen. Pijn in de nek, rare afwijkingen in het bloed, hoge                                                                               ddimeer uitslagen, trombocytopenie. Dus problemen met de stolling van het bloed.                                                                               Daar heb ik trouwens over gebeld naar collega’s van de Cathkamer. Maar ook naar                                                                               andere klinieken. Zien jullie ook meer micro infarcten? Meer dichtgeslibde stents?                                                                               Ik wilde dat gewoon weten. En waarom nu opeens en niet vorig jaar in 2020. Niks                                                                  meer en niks minder. Niet iedere patiënt met bizarre klachten had corona gehad.                                                                                                  Mijn boeren verstand zegt dan: Onderzoeken die handel. En wel meteen. Vragen,                                                                               bijhouden, registreren, vergelijken. Hup! Wat is er nou anders in 2021 dan in 2020?                                                                               Ik heb zoveel rare verhalen en combinaties gehoord. Ik schreef ze op. Ik maakte                                                                               zelfs grappen naar de arts assistent. “Zeg doc, pijn op de borst met radiatie                                                                               (uitstraling) naar het netvlies. Is dat atypisch? Of aspecifiek.” Of pijn op de borst met                                                                               rode vlekken op de rug, rechter schouder en rechter arm. Typisch? A typisch? Maar                                                                  goed dat is mijn humor. Mensen vonden dat niet grappig.                                                                                     COHORT                                                                   Ik heb nog wel een aantal keer geholpen op een cohort afdeling, omdat het op de                                                                               Hartbewaking zo stil was. Zo‘n cohort afdeling is een afdeling waar patiënten liggen                                                                  met verschillende ziektebeelden. Met name veel oude mensen met u                                                                   iteenlopende                                                                               klachten, interne geneeskunde, maar ook veel longaandoeningen. Sommige                                                                               patiënten daar waren te slecht voor de IC en sommigen te goed. Maar ze waren                                                                               allemaal positief getest op Corona. Dat was de gemene deler. De cohort. Het enige                                                                               dat ik daar deed was helpen met het inbrengen van infusen, want daar ben ik goed                                                                               in. Ik deed dat samen met een jonge intensivist. De dokter van de IC. Hij prikte                                                                               infusen aan het bed onder echo begeleiding, met twee paar handschoenen over                                                                               elkaar en ik hielp daar al die infusen inbrengen, maar deed dat zonder                                                                               handschoenen. Het virus verspreidde zich via de lucht had ik intussen wel                                                                               begrepen. Niet via handen. Dus daarom hield ik me niet aan dat tijdelijke protocol,                                                                               maar koos ik voor het welzijn van de patiënt. Dit waren zeer moeilijk te prikken                                                                               patiënten. Maar ik prikte al die arme blauw geprikte mensen met hun maskers op                                                                               gelukkig wel in één keer goed. En voor ik naar de volgende patiënt ging waste ik                                                                  mijn handen stuk.                                                      RADIOLOGIE                                                                                                  Ook op de afdeling Radiologie waar ik vanaf voorjaar 2021 ook opeens veel vaker                                                                               met patiënten naartoe reed om een CT-scan van de longen te laten maken, vroeg ik:                                                                               “Zien jullie opeens meer longembolieën?” “Meer longembolieën? Pff het is niet                                                                               normaal zoveel als we er zien. Zal wel long covid zijn”, zei de éne röntgenlaborant.                                                                               “Ik denk iets anders”, fluisterde de ander en gaf me een knipoog. “Bespreken jullie                                                                               dit met de radioloog?” vroeg ik dan. “Nou nee, niet echt.” “Hebben al die patiënten                                                                               dan corona gehad?” vroeg ik. “O dat weten we niet”. Aha oké. “Nou wij weten het                                                                               wel hoor”, zei ik dan. “Op de CCU vragen we aan iedereen uitgebreid naar de corona                                                                               status, we vragen aan patiënten of ze een positieve PCR test hebben gehad of                                                                               corona. En we testen nog steeds heel erg veel. Maar wat ik wel apart vind is dat we                                                                               niet vragen naar de vaccinatie status. Niemand vraagt ernaar. Geen arts, geen                                                                               verpleegkundige. Is dat bij jullie op de radiologie ook? Want bij ons op de CCU                                                                               wordt er niet naar gevraagd. Het lijkt een beetje een ‘no go’ gebied.” De ‘long covid’                                                                               laborant antwoordde: “Terecht, je gaat toch ook niet aan iedere patiënt vragen of ze                                                                               zijn ingeënt tegen gele koorts? Of tegen rivier blindheid?” Ik antwoordde: “Dat is                                                                               waar en ik vraag patiënten inderdaad ook niet of ze allemaal een frikandel hebben                                                                  gegeten in de weken voordat hun hartspier ontstoken raakte.”                                                      GEWETENSBEZWAREN                                                                   Ik heb nadat ik uitviel de mogelijkheid gekregen om te praten met de intensivist.                                                                               Dat is de arts van de IC. Mijn teamleider had dat geregeld. Heel fijn vond ik dat. Met                                                                               die intensivist heb ik tijdens enkele praatsessies van elk een uur, alles wat er in mijn                                                                               ogen zeer vreemd en zelfs dubieus was aan het beleid en alles wat ik op de                                                                               hartbewaking meemaakte, verteld. In geuren en kleuren. Ik heb ook vragen kunnen                                                                               stellen. Ook over de IC. Maar ik kreeg geen antwoorden. Ik begrijp inmiddels ook                                                                               wel dat veel artsen en verpleegkundigen de antwoorden ook niet hadden, maar mij                                                                               het lukte niet om beleid te accepteren waar ik niet achter sta. Zeker niet als ik merk                                                                               dat het onlogisch en zelfs schadelijk is. En ik trek helemaal geen conclusies, maar                                                                  waarom houden we niks bij. Hoe kunnen we nou leren van mogelijke fouten als w                                                                   e                                                                               niets bevragen. Wij zijn de zorg, wij zien iedere dag patiënten, waarom registreren                                                                               we niet? Ik heb alle, in mijn ogen, onlogische maatregelen en al mijn observaties ook                                                                               gemeld bij verpleegkundigen, arts assistenten, cardiologen, longartsen,                                                                               microbiologen, radiologen, lab laboranten, ICT afdelingen en dus één op één bij de                                                                               intensivist. Ik heb gemaild tot aan de raad van bestuur. Ik kwam uiteindelijk terecht                                                                               bij de bedrijfsarts, waar ik wilde praten over de reden van mijn uitval. Maar ook dat                                                                               was niet de bedoeling. “Daar gaan we het niet over hebben” werd me keer op keer                                                                  verteld. Het niet bespreken, het zwijgen. Dat vind ik nog steeds het ergst.                                                                                                  Patiënten die mij huilend vertelden, dat ze precies wisten sinds welk moment hun                                                                               klachten waren begonnen, maar daar niet over konden praten omdat hun familie en                                                                  hun huisarts daar anders over dachten.                                                                                                  Ik heb als verpleegkundige ooit een eed afgelegd. Het is een beetje de equivalent,                                                                  van wat voor artsen de eed van Hippocrates is.                                                                                     ZORGMEDEWERKERS VERENIGD                                                                                                  Toen ik uitviel, kreeg ik een appje van een collega die vroeg hoe het met me ging, ik                                                                               legde uit waarom ik voorlopig even niet meer inzetbaar was. Dat appje heb ik in                                                                               2021 anoniem gedeeld. Op de site van Zorgmedewerkers Verenigd. Ze vroegen naar                                                                               ervaringen uit de zorg. Ik deelde het anoniem omdat ik in nog in dienst was van het                                                                  ziekenhuis. En ik vond het niet chic om de vuile was buiten te hangen.                                                                                     JAN BONTE                                                                   Een half jaar ervoor heb ik neuroloog Jan Bonte een bedank mailtje gestuurd. Hij                                                                               was één van die moedige specialisten die ik volgde, die zich uitsprak. Die weigerde                                                                               patiënten in zijn spreekkamer een mond/neus masker op te zetten omdat hij als                                                                               neuroloog gezichten moet kunnen lezen. Held. Zijn geestige blogs trokken mij er                                                                               doorheen in 2020 en in 2021. Ik herkende mezelf erin. Ik heb hem gemaild, mijn                                                                               verhaal gedaan en hem bedankt. Om hem te laten weten dat er verpleegkundigen                                                                               (en artsen) zijn die zich optrekken aan mensen als hij. Hij vroeg mij of hij mijn                                                                               mailtje mocht plaatsten op zijn blog. Ik vond dat prima, maar dan wel als vrouw en                                                                               werkzaam op IC of SEH. Onherkenbaar. Ik was nog aan het werk en wilde niet met                                                                               naam en toenaam online. Artsen en verpleegkundigen die zich openlijk uitspraken                                                                               werden vaak op non actief gezet of ontslagen en ik vond dat ik nog keihard nodig                                                                               was. Dat voelde ik echt zo. Ik dacht werkelijk, als ik weg ben, is er niemand meer die                                                                               luistert naar die arme patiënten. Is er niemand meer die maskers afzet bij mensen                                                                               in ademnood. Laten ze geen bezoek meer toe, steken ze weer staven in neuzen.                                                                               Denken ze alleen maar aan corona. Dus dat was voor mij een hele belangrijke reden                                                                               om mijn verhaal anoniem te delen. Dus mochten mensen die mij kennen, dit bericht                                                                               op de site van neuroloog Jan Bonte nu lezen, a.u.b. niet gaan mekkeren dat ik niet op                                                                               de IC of SEH werkte, maar op de CCU, of dat ik een man ben i.p.v. een vrouw. Ik                                                                               wilde het destijds onherkenbaar. De rest klopt allemaal. En jazeker, ik heb vaak bij                                                                  microbiologen en artsen aan de bel getrokken over de PCR test.                                                      GEEN PANIEK                                                                                                  Het is bij nader inzien allemaal wat kinderlijk geschreven, taal foutje hier en daar,                                                                               stijlfoutje en het verdient geen schoonheidsprijs. Dat komt omdat ik woedend was                                                                               toen ik het schreef en ik ben nou eenmaal geen schrijver. Maar het laat aan                                                                               duidelijkheid weinig te wensen over en daar gaat het mij om. Het is totaal niet mijn                                                                               bedoeling geweest om mijn collega’s uit het ziekenhuis te schofferen, maar ik HOOP                                                                               dat als er verpleegkundigen, artsen en zorgmedewerkers zijn die dit überhaupt                                                                               lezen en zich in dit verhaal herkennen, ze bij de komende ‘pandemie’ doen waar ze                                                                               goed in (zouden moeten) zijn. Niet in paniek raken, rustig blijven, koppie erbij.                                                                               Stapje terug doen. En dat ze ook proberen om de tv is even uit te zetten. De krant                                                                               even weg te leggen. Kijken wat ze echt zelf zien. En dat ze de moed hebben om niet                                                                  te gehoorzamen aan onlogische onzin.                                                                                     Karsten van Straten